De ontstaansgeschiedenis van de jammarkt

Interview met Arjan van Faassen, 2015

Hoewel het jaren geleden is, kan Arjan van Faassen zich nog als de dag van gisteren herinneren hoe de eerste aanzet gegeven werd. “De toenmalige gemeente Neede had tot en met het einde van de jaren tachtig nog altijd twee jaarmarkten, maar die liepen wat terug. Vanuit de gemeente zijn we toen met een groepje bij elkaar gaan zitten: wat gaan we doen? Ik was destijds gemeentevoorlichter en schoof ook aan”, kijkt de initiatiefnemer terug. “We waren er in ieder geval van overtuigd dat het iets speciaals moest worden en zijn gaan brainstormen.

Mijn voorstel was om iets met jam te doen. Neede heeft een jamhistorie, met de beroemde jamfabriek ’n Jam die van 1903 tot de crisis in de jaren dertig in het dorp heeft gestaan. Het was toentertijd een van de eerste echte jamfabrieken in Nederland, maar die geschiedenis was een beetje vergeten.

“We hebben veel mogelijkheden de revue laten passeren en niet iedereen was direct enthousiast: ‘Een jammarkt, kan dat wel?’, vroegen sommigen zich af. Maar je had ook honingmarkten, hield ik voor, dus een jammarkt zou net zo goed mogelijk zijn. Iemand die ons in de beginjaren goed heeft geholpen is Carolina Verhoeven van het Culinair Historisch Museum. We noemden haar de ‘jamdiva’, omdat ze alles wist van jam maken en het conserveren van vruchten. Ik kreeg de marktmeester uit die periode, Gerrit ten Hoopen, als eerste mee; familie van hem had bij de jamfabriek gewerkt, zoals veel inwoners van Neede en omstreken in oogsttijd hun uren hadden gemaakt in de fabriek. ‘Gewoon proberen’ was uiteindelijk de conclusie, en na enig speurwerk kwamen we erachter dat we ons in 1991 de eerste en enige jammarkt van Nederland mochten noemen. Een evenement als dit was nergens anders in het land te vinden en dat is nu nog steeds zo: wat Neede heeft, is dus uniek!”, maakt Van Faassen duidelijk.

Hoe begin je een jammarkt?

“We zijn heel klein begonnen. Er was immers geen draaiboek om op terug te vallen: hoe zet je zoiets op? We wilden het onszelf niet onnodig moeilijk maken en besloten van meet af aan om het iets breder te trekken dan alleen een potje jam: producten als vruchten en conserven waren eveneens welkom. Ik ben vervolgens letterlijk winkels langs gegaan, om adressen van jammakers op te vragen en die aan te schrijven”, vervolgt de organisator van het eerste uur. “Daarnaast hebben we Hero, op dat moment de enige jamfabriek die Nederland nog had, gevraagd om te komen. Zij waren aanvankelijk wat huiverig, maar deden toch mee. Samen met een hoop hobbyisten kwamen we al met al op twintig kramen. Hero dus, de lokale Albert Heijn, jamboerderij Groot Antink uit Groenlo was er en veel liefhebbers uit de regio. Maar omdat we het voor elkaar hadden gekregen dat zelfs De Telegraaf aandacht besteedde aan ons initiatief en er dus landelijke publiciteit was, stond er die eerste editie ook een standhouder uit Noord-Holland”, weet Van Faassen nog.

Het succes

Het was voor de organisatie afwachten of het publiek Neede zou weten te vinden, maar hun verwachtingen werden overtroffen. “Er kwamen direct veel mensen op af, wel 10.000. Dat was ver boven verwachting! Ik kan me nog herinneren dat de toenmalige voorzitter van de VVV in Neede sprak van ‘een eclatant succes’. De Telegraaf schreef ook achteraf over ons evenement en daardoor lazen veel inwoners op hun vakantieadres in het buitenland ineens over hun dorp; de jammarkt was dus plotseling in heel Europa beroemd”, geeft de bedenker lachend aan. “In tegenstelling tot de scepsis die er vooraf was, sloeg het allemaal ontzettend aan. Vervolgens het de vraag of we dit konden vasthouden. Een enkeling voorspelde nog altijd dat de jammarkt geen lang leven zou hebben, maar ik redeneerde: als je de eerste keer al 10.000 mensen bij elkaar krijgt, kan dat uitgebreid worden. Dit moest een langetermijnsucces zijn! En dat is het gebleken, al 25 jaar op rij. Echt uit het hele land komen mensen die geïnteresseerd zijn in jam jaarlijks naar Neede. Om nieuwe smaken te proeven, recepten uit te wisselen of gewoon voor de gezelligheid.” Omdat de plannen er waren om van de jammarkt een jaarlijks terugkerend fenomeen te maken, werden de Needse ondernemers erbij betrokken. “Al snel verhuisden we zodoende van de feesttent van de SEN naar de winkelstraat in het dorp”, legt Van Faassen uit. “De enige voorwaarde die we hadden: het moest wel een bijzonder gebeuren blijven, het was niet de bedoeling dat de jammarkt gaandeweg een doorsnee braderie zou worden. Altijd een link met jam, kortom, en gelukkig heeft iedereen daar altijd moeite voor gedaan. De plaatselijke opticien bijvoorbeeld, die kon niet direct iets verzinnen, maar kwam uiteindelijk toch met een prachtige vondst: worteltjesjam! Iedere moeder vertelt haar kinderen ten slotte altijd dat worteltjes goed zijn voor je ogen. Die band met jam hebben we er altijd in weten te houden.”

De ontwikkeling

De spaarzame doemdenkers kregen het ongelijk aan hun zijde in Neede: de jammarkt bleef succesvol en maakte een indrukwekkende ontwikkeling door. Van 20 kramen en 10.000 bezoekers in het eerste jaar naar op een gegeven moment 120 kramen en liefst tussen de 30.000 en 40.000 bezoekers. Van Faassen kan zich krantenkoppen als ‘Neede ziet rood van de jam en zwart van de mensen’ voor de geest halen en de organisatie slaagde erin om ieder jaar weer genoeg ‘free publicity’ te krijgen. “Nieuwe initiatieven hebben daar zeker bij geholpen. In 1994 hadden we voor het eerst een Jamkoningin en dat is een gouden zet geweest. Regelmatig hebben we daarmee de voorpagina van De Telegraaf gehaald: onze jamkoningin van 2005, Wendy van Delft (foto) met een crackertje met jam, dat is toch een mooie eyecatcher. Ook jamworstelen hebben we gehad, dat was hilarisch en leverde eveneens de nodige publiciteit op. Het ene onderdeel bleef, het andere verdween na een paar jaar weer, maar het is goed om nieuwe dingen te blijven proberen. Dat is tevens een oproep die we bij de ondernemers hebben neergelegd: verzin iets! Zo verzon bakker Stroet een wedstrijd jamkoeken eten. De markt is zichzelf blijven vernieuwen en dat is volgens mij de kracht ervan.”